Vanuit het bestuur #33.3
Hee helden van Van Slag!
Yes, column 33.3 na ronde 3, chef getalautist is gelukkig. Deze keer dus van mij, Mirte, een update over alles wat met Van Slag te maken heeft!
We zijn alweer een heel eind in de richting van het moment dat Zaagmans dit seizoen doormidden zal moeten zagen. Het voelt een beetje hetzelfde als 23 worden. Niet helemaal jong en onbezonnen meer in de bestuurstijd, we denken inmiddels zo ongeveer te weten waar we mee bezig zijn, maar we zijn ook zeker nog niet oud(-bestuur). Ronde 3 is van oudsher het moment dat poules gelijkwaardig verdeeld en teams op elkaar ingespeeld raken. Het enige wat steeds meer teams niet binnen korte tijd klaargespeeld krijgen, is de vierde set in het sportcafé. En daar word ik natuurlijk alleen maar gelukkig van!
Kleine vermelding voor mijn 3 hoogtepunten van de afgelopen ronde. Ten eerste het FeCofeest. Fantastisch dat er zoveel teams in outfit present waren. Een typisch Van Slagfeest. Al weet niet iedereen er het zijne meer van… Daarnaast natuurlijk Jumpsquare. Okee, als oud-turnmeisje was ik misschien wat overenthousiast al van tevoren, maar ik heb dat uur mijn mondhoeken niet meer naar beneden gekregen - en daarmee was ik zeker niet de enige. Waar grote kinderen weer kleintjes worden. En tot slot, vorige week, het eieren koppen tijdens de prijsuitreiking van de Crazy 33. De vraag is of dat een hoogtepunt of een dieptepunt was, maar in het Latijn gebruiken ze voor hoog en diep hetzelfde woord dus ik kwam tot de conclusie dat ik dat mooi in het midden kon laten.
Maar goed, de vraag is natuurlijk waar we nou precies mee bezig zijn. “Want eerlijk is eerlijk, een teamcoördinator heeft door het jaar heen toch niets te doen?” Zoals Koning Joep in de vorige column heeft aangekondigd, zijn we onder andere bezig met de voorbereidingen op de Halfjaarlijkse ALV. Hier zullen vragen bediscussieerd worden als: ‘wat moeten de regels zijn omtrent dubbelspelen?’, ‘is het rechtvaardig dat commissieleden de volle mep betalen op hun eigen activiteit?’, ‘is het wenselijk en mogelijk een extra poule te maken om de lange wachtlijst korter te krijgen?’. Het is belangrijk jullie en onze meningen samen te brengen. Maar dan nog, wat is goed voor Van Slag? Wij zessen kennen de vereniging nu twee tot vier jaar, precies na de grote slachting*. Wat is er voor die tijd gebeurd?
Voor het beantwoorden van die vraag heb ik de jaarboeken erop nagelezen. Conclusie? Ooit waren er 600 spelers, maar bleef er niemand borrelen. Vervolgens is het Van Slag ontstaan zoals we nu kennen - en in al die jaren geen steek veranderd. Gezelligheid staat voorop, maar het gaat er fanatiek aan toe. Geen jaar is voorbij gegaan waarin de bestuursvisie niet was: professionaliseren achter de schermen, maar het vrijblijvende karakter behouden.
We moeten oppassen dat we geen ‘ballenvereninging’ worden of één die verandermanagement hanteert, maar we moeten durven gaan voor waar Van Slag voor staat, ook al is het niet hetzelfde als wat we deden. Typerend is de eeuwige twijfel tussen meer en minder, tussen vereniging en uit de kluiten gewassen vriendengroep. Zo lang die twijfel blijft bestaan, zo lang ‘niets moet, alles mag’ nog maar het motto wordt bevonden door het merendeel, kunnen we met gerust hart biertjes blijven drinken.
Als afsluiter zou ik graag nog mijn top 3 beste teamnamen van de afgelopen zoveel jaar met jullie willen delen. Nummer 3 kennen we misschien nog wel: In ’t net, lekker dubbelzinnig, jezelf niet te serieus nemen. Kan ik waarderen. Op 2 zet ik Beter in sjoelen, zelfkennis met een knipoog. De ultieme winnaar? Ramme Dan.
Liefs, Mirte
*Veel Van Slaggers moesten vertrekken omdat er teveel afgestudeerden lid waren.